zaterdag 27 december 2008

De Bonte DinsdagavondTrein

Jan Vredenburg, Ouwe Liefde Roest Niet en De Bonte Dinsdagavond Trein in
"De Meerpaal"

Voor mij is het eigenlijk super nostalgie! Lang lang geleden stond ik hier al in Stuive's In gepresenteerd door Ria Bremer (kent u haar nog??)in de Meerpaal omdat schoolkinderen Champagne nadeden en er een gouden stuiver mee wonnen!
En nu sta ik er weer, een stuk ouder en wijzer en eigenlijk in de situatie die altijd nagestreefd heb; met mijn band en vrienden in en setting die mij na aan het hart ligt: de jaren vijftig.

Helemaal aan het uiterste eindje van het jaar staan we dan eindelijk in Dronten.
Een thuiswedstrijd en daarom extra spannend.
Vanaf het begin van het seizoen was het al spannend of de ideeën zouden aanslaan en hoe het publiek zou reageren op de terugblikken.

Zeker nu e.e.a. is samengevoegd met de presentatie van de zeer ervaren "ouwe rot"Chiel van Praag en onze jonge hond Michael van Hoorne.
Michael is een verhaal apart; ondanks z'n 28 jaar beloofd deze jonge presentator en komiek nog ver te komen.
Met nog een beetje meer 'Michael' en wat minder van z'n grote voorbeelden gaat hij zeker hoge ogen gooien en wordt hij een hele grote in de vaderlandse entertainmentwereld.

Tezamen met mijn band als begeleidingsorkest zit het muzikaal en inhoudelijk goed in elkaar en is mijn grootste zorg op dit moment de continuïteit.

Hier en daar gaat deze tour wat opspelen en komen er pijntjes en klachten en moeten we zelfs gaan denken aan understudy's
Verder schieten we hier en daar schieten nogal eens uit de bocht doordat Chiel en Michael teveel aan het improviseren slaan, wat hilarische taferelen oplevert maar dan ook weer ten koste gaat van de snelheid.
Maar goed, eind Mei sluiten we dit seizoen af en gaan we werken aan de reprise die gaat heten : De Bonte Dinsdagavond Trein dendert door.

Een item dat er eigenlijk ingeslopen is, is het gedeelte waar het publiek mag roepen om een liedje dat ze gemist hebben.
Erg leuk, maar het legt wel extra druk op de band die, al kennen ze heel veel liedjes af en toe toch moeten improviseren om het geheel op de rit te houden.
Voor de grap ga ik een apart Blog bijhouden over deze bijdragen, want wie had nu ooit kunnen dromen dat de band en ik het Wilhelmus zouden spelen en zingen, en tòch is het gebeurd!


Dochter Shylina is wat ongerust over het buhnegedrag van haar Pa.
Begrijpelijk, want ze heeft al vrienden en vriendinnen hier, en dan heb ik het nog niet eens over haar schoonfamilie (een behoorlijk bekende familie en zelfs één van de grondleggers hier in de polder) dus is me verzocht me wat in te houden en me te gedragen. (Ze heeft gelijk)





Hierbij alvast een bijdrage uit de Flevopost over het komende optreden van Dronten.

maandag 6 oktober 2008

muzikale invulling

Onze show moet uiteraard een hoog nostalgisch karakter hebben.
De hele uitstraling moet het midden houden tussen het sfeertje van de jaren 30 tot en met halverwege de jaren vijftig.
Dus Sanseveria's, petroleumstel, baaienrokken, broeken met bretels en petten.
Nu we ongeveer het sfeertje en het tijdsbeeld geschetst hebben waarin naar mijn mening de nieuwe show zich moet afspelen is het ook tijd dat we invulling geven aan het muzikale deel.

Vervolgens kunnen we dan aan de hand van de liedjes weer sketches en situaties op het podium creëren.
Iets wat ik heel graag in de show zou hebben, perfect in het tijdsbeeld past èn ook nog een keer puur Amsterdams is, is een flinke dosis Willem Parel.
Ik heb wat You tube voorbeelden op het Blog gezet, maar er is natuurlijk veel meer te bedenken. Kom dus met liedjes en ideeën.

Hier mijn Willem Parel voorzet: Een cent, Poen, de Orgelman en de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Maar ookprachtige liedjes die alles met die tijd en/of Amsterdam te maken hebben zoals; Mijn eerste, Telkens weer, Het oude huis, Wordt nooit verliefd, de Jantjes, Die afgekeurde woning, aan de voet van die ouwe Wester, Amsterdam huilt.
Daarnaast dienen fenomenen als straatventers aan bod te komen, maar ook echt Amsterdamse dingen als spionnetjes( klein spiegeltje aan de gevel zodat je van 1 of 2 hoog kon zien wie er voor de je deur (of die van de buurvrouw) stond.
Maar ook zou ik het NPG oftewel: het Nederlands Parel Genoodschap nieuw leven in willen blazen.
Wim Sonneveld richtte in zijn Willem Parel creatie de N.P.G. (het Nederlands Parel Genoodschap) op. Een (fictieve) vereniging voor amsterdamse orgeldraaiers die het natuurlijk verdient om voor onze show nieuw leven ingeblazen te worden.
Maak dus al je vrienden en kennissen lid van het NPG.




zaterdag 4 oktober 2008

Knipperdolletjes



Als kleine jongen kwam ik met mijn ouders (moeder) regelmatig in het proeflokaal van Wijnand Fockink, en ik kan me nog levendig herinneren dat ''Tante'' Dien die achter de tap stond mij dan kleine zoute bolletjes toestopte.
Omdat ik zowel ''Tante'' Dien als de zoute bolletjes nooit vergeten ben was mijn eerste vraag toen ik op uitnodiging van Rob Koning (de tegenwoordige uitbater) het proeflokaal bezocht of er foto's van '' Tante'' Dien bestonden en waar de zoute bolletjes waren.
Rob beloofde me in de archieven te duiken en het me te laten weten.
Hier zijn antwoord; Ha Jan, we hebben hier intern veel over jou en je zoektocht gesproken, maar tante Dien is bij ons niet bekend. Ze komt nergens voor in de documentatie of anderszins. Foto's hebben we dus niet....
Wel heb ik een recept van de knipperdolletjes / scheepsbeschuitjes wat waarschijnlijk in de buurt komt van de originele versie, we hebben dit wel eens gemaakt maar het is behoorlijk hard en wij vonden het niet echt lekker.
Ik heb het op papier staan dus je kan een kopie ophalen hier, ik heb geen scanner namelijk.

Groeten en tot snel Rob.
Jullie begrijpen, dat recept komt er aan.

De historie van het knipperdolletje heb ik nu al:
Een knipperdolletje is een klein rond beschuitje. Het woord is omstreeks 1780 voor het eerst aangetroffen, in de verbinding Delftse Knipperdolletjes. In de negentiende eeuw werd het kleine, ronde beschuitje als een typisch Amsterdamse lekkernij beschouwd.
Ik denk dus dat die knipperdolletjes door Wijnand Fockink bij een bakker in de buurt op bestelling (als versnapering voor op de bar) in de vorm van klein bolletje gebakken werden.

dinsdag 30 september 2008

Amsterdam, de stad van een lach en een traan

Amsterdam heeft altijd veel theaters gehad.
Het Leidsepleintheater, Tuschinsky, Rembrandspleintheater, Carré en de Stadsschouwburg waren de grote theaters.
Daarnaast had je de kleinere als het de La Mar, Engelenbak, Rode Hoed, Frascati en de Brakke Grond.
Fien de la Mar had zelfs haar eigen theater. Voor haar gekocht door haar man, de architect Piet Grossau.
Fien trad er enkele jaren zeer succesvol op in de cabarets van Cor Ruys en Willy van Hemert.
Een aantal jaren draaide het theatertje voorspoedig, doch toen het in 1950 in ernstige geldnood kwam nam Wim Sonneveld het over.
Mooie anekdote is dat Fien bitter tegen Wim Sonneveld, die altijd met succes optrad in het Leidseplein Theater zei, ik snap het niet: "Ze komen wel bij jou in die drollenhoek maar in mijn bonbonnière blijven ze weg!"
Waarna Fien de la Mar er nooit meer een voet over de drempel gezet heeft.
Oude theaters hebben een ongrijpbare sfeer van nostalgie, de stemmen van de artiesten hangen als het ware nog boven het podium en achter de coulissen en in de kleedkamers is de sfeer van de tevredenheid over een geslaagd optreden nog voelbaar.
Prachtige theaters waar ik heel graag ooit nog eens zou staan met mijn groep en dan dat overweldigend mooie lied van Rika Janssen zingen over haar Amsterdam en de Jodenhoek: Amsterdam huilt waar het eens heeft gelachen.
Rika Janssen was getrouwd met Kees Manders, de broer van Tom.
Kees schreef voor haar de prachtigste liedjes als M'n wieggie was een stijfselkissie en het wonderschone Amsterdam huilt.
De Amsterdamse artiestenwereld was een hecht en gesloten wereldje waarin naast een felle concurrentie ook veel plezier, mededogen en hulp in nood voor elkaar bestond.
Mazzel en Brogum voor de hele Misjpooge.




maandag 29 september 2008

Via de effectenbeurs naar het Rembrandtsplein

Vanuit de Pijlsteeg kon je rechtsaf naar de Amsterdamse Effectenbeurs waar mijn Opa makelaar in koffie en thee was.
Mijn Opa was niet onbemiddeld en woonde destijds op de Prinsengracht hoek Spiegelstraat.
Als na een roerige dag met veel handel, de beursklok geklonken had en de beurs voor die dag gesloten was, dronk mijn Opa met zijn relaties nog een glas en deed met zijn vrienden een paar spelletjes domino (domineren noemde hij dat) alvorens hij op huis aan ging.

Het nachtleven van Amsterdam speelde zich af op het Rembrandts -en Thornbeckeplein (de voormalige Boter -en kaasmarkt van Amsterdam.
Theaterartiesten kwamen hier na hun voorstelling nog even ‘een afzakkertje’ halen en met collega’s bijpraten over het vak.
In 1927 vond op datzelfde Rembrandsplein een groot drama plaats. Acteur en cabaretier Jean Louis Puisuisse werd samen met zijn vrouw bij het verlaten van het theater doodgeschoten door een jaloerse en afgewezen minnaar van zijn vrouw.
Heel veel artiesten zijn in die beginjaren hier begonnen en verdienden een schamele boterham met optredens in Saint Germain Duprez van Tom Manders (Dorus), De Kopermolen van Henk Elsink of de latere Shorts of London waar Manke Nelis avond aan avond zijn mooie Wester bezong.

zaterdag 27 september 2008

Naatje op de Dam



Uit de mailtjes die ik ontving begreep ik dat Naatje van de Dam geen persoon was, maar de voorloper van het monument op de Dam, wist kleine Jantje veel.

Uiteindelijk kon m’n zus me helpen, Naatje van de Dam was een standbeeld dat in een parkje stond op de plek waar nu het monument staat.
En na wat zoeken op ’t net heb ik hier een foto voor jullie van het oorspronkelijke beeld.
Maar het wordt nog leuker, er is ook een replica van de oorspronkelijke Naatje, (toegezonden door Kees, bedankt Kees)
Ze staat bij de Bullebakssluis naast Bureau Raampoort, en is in 1975 gemaakt door Hanna Mobach.
Het verwijst naar het standbeeld 'De Eendracht' zoals het beeld op de dam officieel heette.
De Amsterdammers vonden het echter maar 'naatje' dat het beeld met de beeltenis van een vrouw daar midden op de dam vreselijk in de weg stond en doopte het beeld dan ook met veel humor 'Naatje op de Dam'.
Na 60 jaar midden op de Dam in de weg te hebben gestaan, is het beeld in 1914 eindelijk verwijderd.
Op de plaats van het prieel en het beeld staat tegenwoordig het monument.

vrijdag 26 september 2008

De rode draad van de voorstelling

De rode draad door het hele verhaal wordt het oude Amsterdam.

De binnenstad is het oudste gedeelte van Amsterdam. Het is het gebied rond de Dam en wordt begrenst door de Singel, Amstel, Kloveniersburgwal, Geldersekade en het IJ. Als reasechte Amsterdammer (dat ben je pas als je er ècht ook geboren bent) zullen we toch een aantal zaken recht moeten zetten, zoals:

  • De mythe van de Westertoren tot het oudste stukje Amsterdam met de Pijlsteeg waar ik geboren ben.
  • Over de straatventers met hun onverstaanbare teksten en melodietjes tot Naatje van de Dam.
  • Over het chique hotel Schiller waar dames van stand discreet 'heren' ontmoetten tot het 'echte' ruige leven van de wallen.
  • En van het water en vuurhuis van mijn overgrootmoeder tot de bakkerskar van mijn grootvader
  • De misvatting dat je als echte Amsterdammer vooral erg plat moet praten en dat je alleen een goede Amsterdamse zanger kan zijn als je wieg in de jordaan stond, echte jordanesen als Johnny Jordaan en Willy Alberti (Carel Verbrugge) konden vlekkeloos ABN zingen en spreken.

Ik loop al behoorlijk lang mee in het artiestenwereldje en geloof me, van al die jordaanzangers zijn er slechts een paar ècht in de jordaan geboren.
Ik denk dat ik het beste kan beginnen bij mijn geboortehuis.
Ik ben geboren in het oudste stuk van Amsterdam: de Pijlsteeg op nr. 39. Het pand behoorde toe aan de beroemde geneverstoker Wijnand Fockink en voordat mijn ouders er woonden was de Volksgaarkeuken er gevestigd.

Nu is het een wereldberoemd proeflokaal met een prachtig interieur.
Ik ben er laatst teruggeweest.
Er is niets veranderd, het ruikt hetzelfde, de humor is nog steeds
hetzelfde. Denk het keurige lakwerk, de Amerikanen en de Japanners weg en de tijd heeft stilgestaan.
Honderd meter naar links en je staat met je neus voor het monument op de dam, tweehonderd meter naar rechts en je staat midden op de wallen. En daartussen zit een soort bubble van nostalgie.

In een mijn optiek horen hier twee liedjes bij: Het oude huis van Willeke Alberti en die afgekeurde woning van Johnny Jordaan.

Even voorstellen

Ouwe Liefde Roest Niet zanger Jan Vredenburg (hier met de accordeon) is oprichter van de groep en bedenker van het concept.
Was muziek voor hem in eerste instantie het uitoefenen van het door hem gekozen beroep, door privé-
omstandigheden werd hij geconfronteerd met de kracht die muziek kan hebben op mensen.
Hij was hierdoor zo getroffen dat hij vanaf dat ogenblik besloot z'n carrière aan te passen aan dit doel. Als ex Champagnezanger belde hij de pianist en orkestleider van het vroegere Champagne-begeleidingsorkest en vroeg hem om zijn medewerking. Na nog 4 telefoontjes en een genoeglijke avond in de kroeg, zag de vriendengroep Ouwe Liefde Roest Niet het licht.

v.l.n.r. Peter Boer-gitaar/accordeon/zang, Jan Vredenburg-zang/presentatie, Bea Willemstein-zang, Frank v.d. Berg-Bas, Theo van Adrichem-drums, Arthur de Groot-toetsen/zang

Vanaf dat moment ging het snel.
Waren het in het begin inderdaad uitsluitend optredens in verzorgingshuizen en instellingen, inmiddels praten we over een heuse theatergroep die een drukke theateragenda heeft en volle zalen trekt maar daarnaast nog steeds veel optredens blijft verzorgen in verzorgingshuizen, waarbij de gage steevast slechts onkosten + een kopje koffie of soep is.
Het komende seizoen zal Ouwe Liefde Roest Niet ook te zien zijn in "De Bonte Dinsdagavond Trein" een gezamenlijk theaterproject met producent Michael van Hoorne en vriend en presentator Chiel van Praag.



Voor zover instellingen en verzorgingshuizen interesse hebben, de groep nog niet kennen of niet weten te bereiken is een aanvraag via dit blog voldoende.

Omdat een seizoen zomaar voorbij is zitten we natuurlijk niet stil.
Voor het seizoen 2009-2010 lopen we dan ook al weer te broeden op nieuwe wegen en een ander concept, maar altijd vol meezingers en herkenbare situaties.
Een grote wens van mij zou zijn om in ons nieuwe programma een flinke dosis Amsterdam en mijn roots op te nemen.
Als rasechte Amsterdammer zou ik het ontzettend leuk vinden om Willem Parel meer aandacht te geven, de straatventers weer een kans te geven en misschien wel mijn idool Willy Alberti te eren .
En dat allemaal met heel veel weetjes en anekdotes over ‘mijn Mokum’

Omdat een mens niet alles kan weten en mijn beide vraagbaken (mijn ouders) niet meer leven hoop ik op de medewerking en het geheugen van mijn (Blog)tijdgenoten.

Jan Vredenburg